ICT-Innovaties in 't onderwijs: eerst Human Resource, dan de rest

Rolf Bruins gaf in zijn college afgelopen vrijdag 11 december een aantal variabelen aan die innovatie stimuleren.
Hij maakt daarin een onderscheid tussen de volgende soorten variabelen:
  1. Technologische
  2. Structurele
  3. Culturele
  4. Human Resource

Hoe werkt dat dan in de praktijk, dacht ik? En dan vooral: mijn praktijk? 
Als je kijkt naar een innovatie op het gebied van onderwijstechnologie (dus met ICT) kunnen de 4 categorieeen onder meer de volgende variabelen bevatten (zie schema):
  • Technologisch:  in hoeverre zijn de software, hardware, infrastructuur en de ict-kennis aanwezig?
  • Structurele variabelen: is de organisatie ingericht, is er communicatie tussen gebruikers en automatisering? Wie bepaalt bv hoe en waar het gebruikt mag worden?
  • Cultuur: moet er meteen iets praktisch ingezet worden of is er ook 'tolerantie voor het onpraktische'? Mogen er risico's genomen worden door gebruikers of moet alles afgekaart worden met formulieren en projectplannen (Prince II en zo)
  • Human Resource: zijn de nieuwe gebruikers bereid een training te volgen en weet men zeker dat de applicatie de persoon niet gaat vervangen? Of: hebben we creatieve mensen in dienst?




Volgens Bruins is de Human Resource categorie verreweg de belangrijkste. Zelfs bij (of juist bij?) innovaties waarbij in een onderwijsorganisatie ICT betrokken is. 

SGI?
Wat betekent dit voor mijn onderzoek naar mogelijkheden voor invoering van SGI op het Deltion College?
In het onderzoek ga ik studenten van mijn doelgroep voorzien van een gevulde leeromgeving (n@tschool) en een gevulde kennisbank (Fiducia), buiten de leraren om. Door het gebruik hiervan en actieve en passieve invloed van studenten op leraren denk ik dat studenten bij leraren een vraag neerleggen de ELO en Fiducia te gaan gebruiken. 

Technologisch is alles dik voor elkaar. Er is software, er zijn pc's, internet en bij mij voldoende kennis. De studenten moeten uiteraard wel getraind worden in het gebruik van de ELO en Fiducia. 
In de organisatie heb ik steun van de betreffende onderwijsmanager en de directeur innovatie. Ook binnen het MT is een en ander bekend. 
Wat cultuur betreft: we gaan geen formulieren invullen. No-nonsense op basis van een innovatieplan. Wat precies de uitkomst wordt weten we niet, maar het wordt wel bere-interessant.
Human resource: precies hier richt mijn alternatieve innovatiestrategie zich op! Deze variabelen zijn in het team niet ontwikkeld / ingevuld. Hoe krijg ik de betrokken leraren zover dat ze de tools willen gaan gebruiken en dat ze gaan trainen en zich ontwikkelen? U raadt het al: op aandrang van de studenten.

Ik besef mij nu dat SGI zich met name richt op de Human Resource variabelen en dus ook inpasbaar zou moeten zijn op innovaties waar geen ICT bij betrokken is. Nou ja, eerst SGI bij de invoering van een ELO (n@tschool) maar eens onderzoeken. 

Wordt een mooi SGI-jaar, 2011!

Reacties